
Het puntje van zijn tong piept net tussen zijn lippen door terwijl Johan uiterst geconcentreerd het
scheermesje in één beweging vanaf zijn slaap tot achter zijn oor beweegt.
Aandachtig tuurt hij naar de bovenkant van zijn hoofd of er nog ergens een verdwaald haartje te vinden is.
‘Zo glad als een biljartbal,’ mompelt hij tevreden.
Dan doet hij een stap naar achteren zodat hij in de spiegel zijn naakte bovenlichaam kan zien.
Ondanks het feit dat het nog vroeg in het jaar is en ze nog maar een paar warme dagen hebben gehad is zijn huid bruin gekleurd.
Tevreden wrijft hij over zijn buik, een buik die elk jaar iets ronder lijkt te worden.
Vroeger was hij mager.
Zo mager dat mensen vaak dachten dat hij ziek was.
Dat veranderde toen hij naar Texel was verhuisd en bij de toen nog enige bierbrouwerij op het eiland als brouwer een baan had gekregen.
Begin twintig was hij geweest toen hij Maria tijdens een vakantie op het eiland had ontmoet.
Maria was lief maar niet zo slim. Haar kinderlijke naïviteit ontroerde hem vanaf het eerste moment dat hij haar ontmoette.
Wat ze miste in haar hoofd compenseerde ze echter met haar hart. Nog nooit had iemand hem zo openlijk en vrij liefgehad.
Binnen een week had hij haar zijn liefde verklaard en gezegd dat hij niet meer zonder haar kon.
Maria had hem diep in zijn ogen gekeken en gezegd: ‘Nou, dat is dan geregeld. Je kunt bij mij en mijn moeder komen wonen.’
Zo geschiedde. Via een oom van Maria hoorde hij dat er een brouwer werd gezocht bij de plaatselijke bierbrouwerij en aan de hand van een ervaren
brouwer leerde hij alle kneepjes van het vak.
De eerste jaren op Texel waren de mooiste jaren van zijn leven.
Maria en haar moeder zorgden voor hem zoals er nog nooit voor hem gezorgd was.
Elke nacht begroef hij zijn gezicht tussen de volle borsten van Maria terwijl ze hem heen en weer deinde en in slaap streelde.
De liefde die hij voelde werd met de dag groter.
Het zorgde ervoor dat hij de pijn die hij altijd bij zich droeg, vanuit zijn liefdeloze jeugd, bijna kon vergeten.
Die pijn kwam echter met een overweldigende vaart terug toen Maria aankondigde dat ze kinderen wilde.
Op een avond was ze op bed gaan liggen, ze had haar benen gespreid en op gebiedende toon gezegd: ‘Maak me maar zwanger.’
Hoe graag hij Maria dit geluk ook gunde, elke keer als hij aan kinderen dacht, zag hij zijn eigen jeugd als in een film voorbij komen.
De klappen waar zijn vader hem dagelijks op trakteerde. Zijn moeder die erbij stond en niks deed.
De warmte die hij bij haar zocht maar nooit kreeg.
Het zorgde ervoor dat hij als de dood was om zelf vader te worden.
Wat als hij net als zijn eigen vader een kind kreeg dat hij haatte?
Dat hij het kind zo erg zou haten dat er uiteindelijk geen ontkomen meer aan was en hij ook zijn riem uit zijn
broek zou trekken en striemen op een kinderbilletje zou achterlaten. Dat nooit!
Tegen Maria sprak hij deze gevoelens niet uit; nog nooit had hij hier met iemand over gesproken.
Plichtsgetrouw kroop hij elke avond op Maria als ze zei: ‘Maak me zwanger.’
Als het hoogtepunt in aantocht was begon hij hard te kreunen om zich vlak voor de bevrijding terug te trekken.
Hij gaf Maria nog een zoen en vluchtte naar het toilet om daar het karwei af te maken.
Zijn ongeboren kinderen eindigden in een stuk toiletpapier in het Texelse riool.
Jarenlang hield hij dit vol en elke maand troostte hij Maria, als ze toch weer ongesteld was geworden.
De testen die ze doorliepen bij de dokter toonden logischerwijs geen enkel probleem.
Het enige advies dat ze kregen van hun dokter was er niet zo bewust mee bezig te zijn, dan zou het vanzelf lukken.
Maria vond dit echter een slecht advies en vertaalde ‘niet zo bewust ermee bezig zijn’ naar ‘er alleen nog maar mee bezig zijn’.
Tot die ene zondagochtend.
Ze waren beiden inmiddels over de dertig en voor Maria was het enige doel in haar leven hun liefde met een kindje te bezegelen.
Op deze bewuste zondag begon Johan als gewoonlijk luid te kreunen bij het naderende hoogtepunt om zich precies op tijd terug te trekken en
zich razendsnel naar het toilet te spoeden.
Net toen hij zijn vruchtbaarheid in een stuk wc-papier wilde spuiten trok Maria de deur open.
Even stonden ze beiden aan de grond genageld naar elkaar te kijken.
Het zaad van Johan was echter al op weg naar buiten en met een slap boogje kwam het uiteindelijk op de bril van het toilet terecht.
De stilte die volgde leek voor Johan een eeuwigheid te duren tot Maria hem doorbrak.
Ze deed een stap richting toilet, boog zich voorover en veegde met haar wijsvinger het sneue kwakje van de toiletbril.
Langzaam kwam ze weer omhoog, haar wijsvinger met het slijmerige goedje omhoog houdend.
Toen stelde ze de onvermijdelijke en voor Maria best intelligente vraag: ‘Hoelang eindigen mijn kinderen al in het toilet?’
Vanaf dat moment is het snel gegaan. De liefde van Maria voor hem was voorbij.
Binnen een week stond hij met zijn koffer buiten haar deur en zo kwam er na dertien jaar een einde aan dit geluk.
Johan moest verhuizen en vond een oud afgelegen boerderijtje een eindje buiten De Cocksdorp.
Het lag midden in een weiland.
Als hij op zijn erf stond was er in geen velden of wegen iemand te bekennen.
Deze eenzaamheid bracht hem weinig goeds.
Het gebrek aan sociale contacten en het verschrikkelijke schuldgevoel dat hij richting Maria had, waren alleen te onderdrukken met drank. Heel veel drank.
Het eerste jaar na de scheiding wist hij het nog aardig binnen de perken te houden en stortte hij zich volledig op zijn werk.
Zo gauw de werkdag achter de rug was vond hij in zijn zelf gebrouwen bier zijn beste vriend.
Eenzaam en alleen op zijn afgelegen boerderijtje dronk hij door tot de brandende pijn in zijn borst gedoofd was en het gezicht van Maria dat
voortdurend op zijn netvlies stond ergens in de verte was verdwenen.
Vervolgens werd hij in zijn slaap gepijnigd door een steeds terugkerende droom.
Maria liggend op hun bed terwijl ze op gebiedende toon de woorden ‘Maak me zwanger’ uitsprak.
Als een overspringende langspeelplaat bleef ze deze woorden herhalen, net zo lang tot hij badend in het zweet wakker werd.
De uitdrukking ‘tijd heelt alle wonden’ was op Johan niet van toepassing.
Hoe meer tijd er verstreek hoe groter zijn verdriet en ook zijn problemen werden.
Langzaam vervaagde de grens tussen zijn werkuren en zijn drinkuren.
Totdat hij op een dag tijdens werktijd laveloos onder een van de ketels in de brouwerij werd gevonden.
Tegen zijn ontslag is hij niet in opstand gekomen.
Zelfs onder invloed van heel veel drank begreep hij dat dit een aanleiding was voor ontslag op staande voet.
De schrijnende situatie waarin hij terecht was gekomen heeft nog enkele maanden geduurd.
Tot het einde van zijn bankrekening in zicht kwam en de stap van droog brood naar beschimmeld brood nog maar een heel kleine was.
Zo geleidelijk als hij in deze situatie terecht was gekomen, zo resoluut stapte hij er ook weer uit.
Toen hij op een morgen wakker werd uit de ‘Maria-droom’, stapte hij uit zijn bed, liep regelrecht naar de badkamer, keek in de spiegel naar zijn
opgezwollen gezicht en sprak hardop de woorden: ‘Genoeg is genoeg.’
Vervolgens stapte hij onder de douche, boende zijn inmiddels honderd kilo van top tot teen, kleedde zich
aan en ging als een volleerd schoonmaker door zijn huis.
Hij poetste net zo lang totdat de geur van zeep de geur van alcohol de das om had gedaan.
Toen ging hij aan tafel zitten met een leeg vel papier voor zich en een pen in zijn hand en hij schreef: ‘Lieve Maria.’
Er volgde een brief waarin hij zijn hele ziel en zaligheid van zich afschreef.
Zijn jeugd en zijn angst voor het vaderschap.
Zijn enorme schuldgevoel en de liefde die hij nog steeds voor Maria voelde.
Hij eindigde met de woorden: ‘Er komt een dag dat ik alles wat ik heb stukgemaakt zal herstellen en jou het geluk zal geven waar je recht op hebt.’
Nog één keer bekijkt hij zichzelf van top tot teen in de spiegel; met een tevreden knikje naar zichzelf draait hij zich om.
Hij pakt het shirt dat hij op zijn bed heeft klaargelegd en trekt het over zijn hoofd.
Vervolgens pakt hij zijn mobiel en hij toetst de beveiligingscode in.
Onmiddellijk verschijnen er berichtjes in beeld, enkele WhatsAppberichtjes en enkele berichtjes van verschillende nieuwssites.
Zijn oog valt op een amber alert.
Als hij vlug de tekst scant en Texel ziet staan, gaat hij op zijn bed zitten en leest hij het aandachtig door; een meisje van vier jaar, Sara, Texel.
Hij voelt het bloed uit zijn wangen wegtrekken.
Zachtjes mompelt hij: ‘Het zal toch niet waar zijn, hoe is dit in godsnaam mogelijk?’
Minutenlang zit hij als versteend voor zich uit te staren.
Dan staat hij op, hij pakt zijn sleutels van tafel, neemt de trap naar beneden en loopt de deur uit.
Geef als eerste een reactie