
Als aangeschoten wild storten de leeuwinnen na het laatste fluitsignaal ter aarde. Ze zijn verslagen. ‘Onze jacht’ is geëindigd met een kogel in de rug. Het heeft niet zo mogen zijn. En is dat erg? Nee, natuurlijk niet. Het is logisch dat je een finale wilt winnen. Een finale wil je altijd winnen, ook al is het idee alleen al surrealistisch. In een finale heb je altijd een kans.
Gedurende hun jacht verslinden de leeuwinnen tegenstander na tegenstander. Ze zijn te sterk voor achtereenvolgens Nieuw-Zeeland, Kameroen, Canada, Japan, Italië en Zweden. Soms met attractief voetbal, soms op karakter. En is dat erg? Nee, natuurlijk niet. Het maakt een team eerder completer. Het is misschien wel hetgeen dat er soms bij de mannen aan ontbreekt.
In de finale is het een ander verhaal. Vanaf minuut één is Amerika de bovenliggende partij en onze leeuwinnen zijn niet op jacht, maar zij zijn dit keer de prooi. In de achtenvijftigste minuut worden de leeuwinnen gegrepen. Een stroper genaamd de VAR schiet hen neer. De Amerikanen worden bijgestaan door de stroper en Oranje krijgt een penalty, in plaats van een corner, tegen. Via de elfmeter van Megan Rapinoe en een afstandsschot van Rose Lavelle wordt de droom van onze leeuwinnen gedood.
En is dat erg? Nee, natuurlijk niet. De leeuwinnen zijn een prachtige ervaring rijker, zullen als team gegroeid zijn en hebben daarnaast een fantastisch wereldkampioenschap gespeeld. Niks anders dan lof. Zij waren de prooi en de Verenigde Staten had honger. Zo gaat dat. Volgend jaar staat er weer een mooi toernooi op het programma, de Olympische Spelen. Ze zullen sterker dan ooit terugkomen en hopelijk staat er dan weer een affiche tussen deze ploegen op het programma. En wat zullen ze dan een honger hebben. Onze Oranjeleeuwinnen.
Geef als eerste een reactie